Beijing liet geen klans onbenut om de verkiezingen in Taiwan te beïnvloeden - De Groene 13 januari 2024

Met de overwinning van de democraat William Lai geven de Taiwanezen aan dat ze hun autonomie en de soevereiniteit van het eiland koste wat kost willen behouden. Ook al staat de verhouding met China nu nog meer onder druk
foto: Alex Chan Tsz Yuk / SIPA USA / ANP

Het is in Taiwan voor het eerst dat dezelfde politieke partij, de Democratic Progressive Party (DPP), drie keer op een rij de verkiezingen wint. De druk en oorlogszuchtige benadering van China ten aanzien van Taiwan in de afgelopen jaren – en de ongekend grote desinformatiecampagne die Beijing losliet op het eiland om de verkiezingen te beïnvloeden – hebben niet gewerkt. De uitslag heeft ook een symbolische waarde: Beijing kan niet volhouden dat veel Taiwanezen bij China willen horen als het volk steeds op de China-kritische DPP stemt.

De verkiezingen waren een spannende strijd tussen de twee grootste partijen: de nationalistische oppositiepartij Kuomintang (KMT) en de regerende DPP. Ze verpakten hun boodschap in extremen. De Taiwanezen kiezen tussen oorlog en vrede, stelde Hou Yu-ih (66) van de China-vriendelijke KMT. William Lai Ching-te (64) van de DPP sprak vooral over democratie versus een autocratie.

Lai (64) – de voormalige vicepresident – behaalde veertig procent van de stemmen. Hij zette fors in op voortzetting van het DPP-beleid: het verdedigen van de autonomie en de soevereiniteit van Taiwan, ook door nauwe relaties te onderhouden met de Verenigde Staten, Japan en Europa, en door niet te zwichten voor de druk en intimidatie vanuit Beijing.

Hou werd tweede met 33,49 procent van de stemmen. De KMT-burgemeester van de stad Nieuw Taipei wilde de banden met China weer aanhalen ‘om de vrede en stabiliteit’ in de Straat van Taiwan te herstellen. De derde presidentskandidaat Ko Wen-je (64) van de Taiwan People’s Party (TTP) kreeg 26,45 procent van de stemmen.

De KMT-boodschap resoneerde vooral bij oudere generaties die nog altijd een hechte band voelen met China. Jongere generaties voelen zich daarentegen vooral Taiwanees. Ze koesteren hun vrijheden en verworvenheden – het progressieve Taiwan is bijvoorbeeld het enige Aziatische land waarin het homohuwelijk is toegestaan – en ze moeten niets weten van de claim die het autocratische en ook conservatieve China op het eiland legt.

De markante Ko, in 2019 oprichter van de TTP, maakte dankbaar gebruik van de polarisatie tussen zijn rivalen door zich in het midden te positioneren en een gematigd alternatief te bieden. Hij vindt de DPP te vijandig ten aanzien van China en de KMT te eerbiedig. Bovendien hamerde hij vooral op binnenlandse hervormingen. Zijn boodschap om voorrang te geven aan ‘brood op de plank en een dak boven het hoofd’ sprak veel jonge kiezers aan die hun vertrouwen in de gevestigde partijen, met hun ‘loze beloftes’ waren verloren.

Zij zagen niet genoeg vooruitgang op het gebied van binnenlandse maatschappelijke problemen, zoals de hoge kosten voor levensonderhoud, de lage lonen, een woningtekort, beperkte carrièremogelijkheden voor jonge Taiwanezen en een gebrek aan kinderopvang. Ze willen niet dat het internationale geruzie over de status van Taiwan de noodzaak om binnenlandse problemen op te lossen telkens overschaduwt. Veel jongeren die eerst op de DPP stemden, hadden de hoop nu gevestigd op ‘nieuwkomer’ Ko.

De onvrede over het binnenlandse beleid werd ook weerspiegeld in de tweede, aparte stemming die zaterdag plaatsvond, voor een nieuw parlement: de Wetgevende Yuan met 113 zetels. De DPP verloor daarin de meerderheid; de democraten gingen van 62 naar 51 zetels. De grote winnaar was de KMT met 52 zetels (+14) en de TPP kreeg er acht (+3).

Lai heeft dus een coalitiepartner nodig om zijn de plannen te kunnen uitvoeren. Hij wil daarom ook ministers van andere partijen in zijn kabinet benoemen en meteen de belangrijkste problemen aanpakken. Ook wil Lai de dialoog met China weer hervatten als het land daarvoor openstaat, maar alleen op basis van gelijkwaardigheid.

De voormalige president Tsai Ing-wen (66) was een en al glimlach toen ze zaterdag haar laatste speech hield. Ook al is de winst van haar partij niet zo groot als ze had gehoopt – tijdens de verkiezingen in 2020 kreeg de DPP nog ruim 57 procent van de stemmen – toch kan ze het stokje nu met een gerust hart overdragen. Haar politieke erfenis is veiliggesteld.

Tsai voer vanaf haar aantreden in 2016 een autonome koers ten opzichte van Beijing. Dat leidde tot steeds meer agressie, en Beijing verbrak de dialoog.

Dagelijks schenden Chinese gevechtsvliegtuigen de Taiwanese luchtverdedigingszone en passeren Chinese marineschepen de middellijn, die de Straat van Taiwan in tweeën deelt. Ook zweefden in januari zes Chinese ‘spion-ballonnen’ boven het eiland.

Maar Tsai’s standvastige houding, haar weigering zich te laten intimideren door Beijing, leverde ook veel steun op. De afgelopen jaren liepen westerse politici de deur plat in de hoofdstad Taipei en kreeg het eiland steeds meer internationale aandacht. Ook sloot Tsai lucratieve handelsovereenkomsten met Canada, de VS en Engeland.

China reageerde daarentegen onderkoeld op de verkiezingsuitslag. Taiwan is het Taiwan van China, luidde de boodschap, en de regerende partij heeft geen meerderheid gehaald en vertegenwoordigt dus niet de publieke opinie. Beijng, dat Taiwan sinds de afscheiding van het vasteland in 1949 beschouwt als een ‘afvallige provincie’, verandert dus niet van koers. Hereniging staat hoog op de agenda van de Chinese president Xi Jinping, die tijdens zijn nieuwjaarsboodschap weer herhaalde dat dit een ‘historische onvermijdelijkheid’ is.

Nog een teken aan de wand: begin januari benoemde Xi de admiraal Dong Jun tot minister van Defensie van China. Dong heeft als zeer ervaren marineofficier alle kennis in huis om een eventuele invasie of zeeblokkade van Taiwan aan te sturen en om andere territoriale claims in de Zuid-Chinese Zee na te jagen.

Ook liet Beijing geen kans onbenut om de verkiezingen te beïnvloeden. De afgelopen maanden vuurde China een ongekend grote desinformatiecampagne af op Taiwan, via diverse sociale-media-kanalen. De regerende DPP zou Taiwan aan de rand van de afgrond hebben gebracht door de permanente oorlogsdreiging en een keuze voor ‘separatist en onruststoker’ Lai zou desastreus zijn voor de economie. De campagne is geflopt.

De verkiezingsuitslag heeft ook invloed op de betrekkingen tussen China en de Verenigde Staten die de afgelopen jaren lijnrecht tegenover elkaar stonden in de regio. China is niet alleen niet uit op Taiwan, maar op de hegemonie in heel Zuidoost-Azië. Washington wil de democratie in Taiwan verdedigen én de economische belangen in de regio veiligstellen. Zoals vrije scheepvaart en de export van de meest geavanceerde chips ter wereld. Zeker negentig procent daarvan komt uit Taiwan.

De Amerikaanse president Joe Biden heeft herhaaldelijk gezegd het eiland te zullen verdedigen in het geval van een Chinese invasie; nu al traint Amerika Taiwanese militairen en levert Washington geavanceerde wapens. Daarmee omarmen de DPP en de Amerikanen de politiek van afschrikking: hoe hoger de prijs van een eventuele oorlog zal zijn voor China, des te kleiner is de kans op een invasie. Dit beleid wordt voortgezet onder de nieuwe DDP-regering. Wat er gebeurt na presidentsverkiezingen in Amerika, in november dit jaar, is nog ongewis.

Omdat China kampt met flinke problemen, zoals een teruglopende economische groei, grote jeugdwerkeloosheid, een wankelende huizenmarkt en vergrijzing, lijkt het logisch dat Xi zijn aandacht de komende tijd vooral zal richten op het binnenlandse beleid. Maar de president – die critici en tegenstanders in de communistische partij heeft weggewerkt – zou de aandacht voor die problemen kunnen afleiden door zijn obsessie om Taiwan met het vasteland te verenigen kracht bij te zetten. Niet per se via een invasie maar bijvoorbeeld via een zeeblokkade die zowel de energievoorziening (Taiwan importeert op grote schaal olie en gas) als de economie platlegt. De westerse wereld kan de aandacht voor Taiwan dan ook niet laten verslappen en moet blijven benadrukken dat China een torenhoge prijs zal betalen als Xi zijn wil doordrukt.