De Volkskrant; Japans vermaak: linkse hoeken en vliegende knieën; over K-1; 10 december 2007

De Nederlander Semmy Schilt won zaterdag voor de derde keer de K-1 World Grand Prix-finale in Japan. Daar is de vechtsport populair, hele families komen kijken.
foto: Nikki Christodoulou


Er klinkt een harde knal door de Yokohama Arena en de naar schatting dertigduizend toeschouwers veren op van hun stoelen. Vuurwerk spat uiteen en op de zuilen van een Arc de Triomphe van neonlicht verschijnt de beeltenis van Peter Aerts (36), alias ‘the Lumberjack’. Drie keer won hij de K-1 World Grand Prix-finale.
De acht grote namen van vanavond worden ingeluid met hun favoriete muziek. Op de klanken van het legendarische rocknummer ‘Whole lotta rosie’ (van AC/DC), daalt Aerts af naar de ring, gekleed in een houthakkerhemd en begeleid door zijn staf. Duizenden scanderen zijn naam en overal gaan mobiele telefoons omhoog om een foto van hem te maken.
In de ring wacht zijn tegenstander, de nieuwkomer Junichi Sawayashiki. De enige Japanner in de kwartfinales maakt geen schijn van kans; ‘the Lumberjack’ is als een vader die zijn zoon les geeft. Al na 1,30 minuten bezwijkt Sawayashiki onder de uithalen van Aerts, die wordt bejubeld. Je kunt het Japanse publiek niet beschuldigen van chauvinisme; de heftigheid van het gevecht is het enige dat telt en wie de meeste inzet toont, is de held.
‘Ik vind het prachtig om die sterke mannen te zien vechten’, zegt de zorgvuldig opgemaakte Miho Akutsu (30), die een opleiding volgt voor fysiotherapeute. ‘Bij K-1 is er geen gelijkspel, het is heel duidelijk wie wint of verliest.’ De muzikant Hirofumi Asamoto (44), een Japanse versie van Elvis Costello: ‘K-1 doet ons denken aan de tijden van de Samurai: dappere gevechten van man tegen man.’
Akutsu en Asamoto lijken qua uiterlijk in een verkeerd theater te zijn beland maar zijn geen uitzonderingen. Op tientallen westerlingen na – ruige kerels met opgeschoren haar of kale hoofden – trekt het evenement vooral modieuze Japanse mannen, elegante vrouwen, oudere echtparen en vaders en moeders met kinderen.
‘In Nederland is kickboksen een paar keer in een kwaad daglicht komen te staan en daar lijdt de sport nóg onder,’ zegt Ernesto Hoost (42), die als enige ter wereld vier keer de K-1 WGP-finale won en vorig jaar afscheid nam. ‘Maar Japan kent een lange traditie van vechtporten; vechten is hier volksvermaak.’

K-1 is in 1993 dan ook ‘bedacht’ door Japanse zakenmensen en geldt als een combinatie van karate, kickboxen, kong-fu, kempo en kendo. Via kwalificatietoernooien, verspreid over diverse landen, worden de acht beste vechters geselecteerd. Tijdens de K-1 WGP-finale, die nu voor de vijftiende keer wordt gehouden, strijden de ‘gladiatoren’ om de hoogste titel.
Inmiddels wordt het evenement in 130 landen uitgezonden en komt het op de dag zelf nog op de Japanse televisie. Prime time. Dat betekent al snel twintig à dertig miljoen kijkers.
Nederlanders domineren de sport. De ‘iconen’ Hoost, Aerts, Remi Bonjasky (31) en Semmy Schilt (34), kunnen niet ongestoord over straat in Japan. En uit de merchandise blijkt dat ze ook buiten de ring een grote bron van inkomsten zijn. Wat te denken van een Schilt-aansteker, een Bonjasky-pop, een Aerts-drinkbeker en een Hoost-handdoek?
De spanning in de Yokohama Arena stijgt. In de halve finales moet de ruim twee meter lange titelverdediger Schilt, die won in 2005 en 2006, het opnemen tegen de razend populaire Fransman Jerôme Le Banner. ‘Onze favoriet, want hij is veel kleiner dan die Nederlanders,’ zegt de muzikant Asamoto.
Schilt is oppermachtig. Al in de eerste ronde bezwijkt Le Banner bijna onder een paar linkse hoeken en low kicks. In de tweede ronde is er nog maar één trap nodig om de Fransman te vloeren.
Aerts heeft het veel moeilijker tegen Bonjasky, alias The Flying Gentleman, die bekend staat om zijn ‘vliegende knie’. Maar Aerts is dit jaar feller en sterker. Bonjasky stelt zich te defensief op en krijgt zelfs een berisping van de scheidrechter. Uiteindelijk zijn er drie volle ronden nodig voordat Aerts de overwinning kan claimen.
De finale ten slotte is een anticlimax. Aerts is uitgeput terwijl Schilt nog steeds op scherp staat. Een harde low kick brengt Aerts uit balans. Nauwelijks bekomen krijgt hij drie linkse hoeken en verdraait hij zijn knie in een poging Schilt te ontwijken.
Al na één minuut in de eerste ronde is het over en uit. Schilt gaat er opnieuw vandoor met de titel én 400 duizend dollar aan prijzengeld. Aerts moet het doen met 30 duizend dollar.
‘Ik heb niet eens kunnen laten zien wat ik waard ben,’ zegt de geïrriteerde Rotterdammer later, met het bloed nog op zijn gezicht. ‘Ik had hem gewoon in elkaar moeten slaan!’
Schilt daarentegen glundert van trots. ‘Wie een droomfinale wil zien moet maar een Rocky-film huren. Ik heb hier hard voor moeten vechten en deed wat niemand voor mogelijk hield: drie keer winnen op een rij. Waarom zou een vierde keer dan ook niet lukken?’ Men is gewaarschuwd; de ‘Supersized Samurai’, komt graag zijn goede voornemens na.