4 augustus 2015; Lekker eten in 'La Redacction' en een lesje politiek
Een hardnekkig vooroordeel over Cuba is dat het eten er vreselijk is. Really? Ook in Cuba staat er inmiddels echt wel meer op het menu dan kip, rijst en zwarte bonen. En vooral op toeristische plekken valt er genoeg te kiezen.
In Trinidad streken we op een avond neer in een nieuw restaurant met de gewaagde naam 'La Redacction de el Liberal'. In een prachtige haciënda, met een hoog, houten plafond en doorgangen met bogen, zat ooit echt de redactie van de krant ‘El Liberal’. Maar die was al gesneuveld in het tijdperk Batista, ook geen groot voorstander van vrijheid van meningsuiting.
‘La Redacction’ had er werk van gemaakt. De onderleggers op tafel waren gemaakt van de enige krant in Cuba: ‘Granma’ (zo heette het bootje waarmee Fidel terugkeerde uit ballingschap in Mexico). Het menu leek te zijn getikt op een ouderwetse typmachine. En de gerechten waren rangschikt onder de headers 'news', 'features', 'gossip' en 'politics' (we don’t do politics).
We genoten van vers brood met verschillende soorten humus, een smaakvolle 'lamb burger', een heerlijke 'catch of the day', en prima frites gemaakt van zoete aardappels. Tegelijkertijd maakte de hippe eigenaar een rondje langs de gasten. Met zijn lange zwarte krullen, spijkershort, cool T-shirt en een mojito in de rechterhand, leek hij zo te zijn weggelopen van het strand. 'Hi, how are you guys? Where you from?' We legden uit dat we uit Holland kwamen, een klein land in West Europa. 'Da's toevallig...ik ook!'
Huh??
Yusmani - ofwel Many - was in 2000 zijn Hollandse liefje achterna gegaan; de relatie ging voorbij maar Many bleef in Nederland werken, in de ICT. In februari van dit jaar keerde hij voor langere tijd terug naar Trinidad, met zijn Ierse vriendin Edel en een flinke spaarpot. Eindelijk kon hij zijn droom verwezenlijken: het familiehuis renoveren en er een restaurant in beginnen.
Het was een uitdaging, to put it mildly, vertelde Many. 'Alles kostte heel veel tijd en geduld. Maar de regelgeving voor ondernemers is al eenvoudiger dan een paar jaar geleden. Je hoeft nu niet meer tachtig vergunningen aan te vragen maar nog maar een stuk of vijftien.’
Many wilde zich vooral onderscheiden met een goede service. ‘Het personeel moest even wennen aan onze aanpak: niet snel geld verdienen aan toeristen maar kwaliteit bieden. Ik moest koks met 25 jaar ervaring bijvoorbeeld uitleggen dat ze een vis ook kunnen stoven in de oven met een saus van verse groenten, in plaats van alles te frituren.’
Edel gaf het personeel iedere ochtend verplicht Engelse les en leerde het om beter contact te maken met de gasten. En om dienstbaar te zijn. Alle inspanningen leken niet tevergeefs want het eten was goed en de sfeer heel relaxed.
Many’s moeder, die glunderend in de bar zat te genieten van de live band, was nog het meest trots. Zij had haar zoon eindelijk terug en het familiebezit was in ere hersteld.
De volgende dag ging ik terug naar ‘La Redacction’ waar je in de patio onder een grote luifel, kon schuilen voor de hitte. Good news travels fast en Nederlanders zijn net kuddedieren: rond lunchtijd waren er al drie tafeltjes bezet met landgenoten.
Tussen de bedrijven door vertelde Edel, die een baan als consultant had opgegeven, dat ze als een blok was gevallen voor Cuba. 'Ik heb in al die maanden hier nog geen depressieve Cubaan ontmoet en het woord burn-out kennen ze niet. Je bent hier niet minder dan een ander, als je weinig bezit. De mensen zijn solidair met elkaar en delen wat ze hebben.’
Maar ook Edel zag verandering. ‘Oudere Cubanen zijn gewend aan een leven zonder luxe en zijn met niets tevreden. Maar jonge Cubanen worden steeds meer beinvloed door westerse muziek en films die via memory sticks het land worden binnengesmokkeld. Zij willen een ander bestaan.’
Dat kan alleen als je meer verdient dan een staatsinkomen van 20 euro per maand (zo’n 480 peso’s). Een baan in de toeristenindustrie, waarin wordt gestrooid met CUC-fooien, is dan ook zeer gewild. (Een CUC is een aparte valuta voor toeristen die veel meer waard is; 1 CUC staat gelijk aan 24 peso’s).
Daarom klussen zelfs artsen 's avonds bij als taxi chauffeur en werken academici liever in hotels. Edel: ‘Ook bij ons werken een psycholoog en twee ingenieurs in de bediening. Daar kijkt niemand van op.’
Het failliet van een communistisch ideaal
De honger naar CUC’s zorgt voor een braindrain in ieder vakgebied. Een paar dagen later ontmoetten we Marco, in de bergen waar de revolutie ooit was begonnen. Hij had jarenlang les gegeven aan de universiteit maar verdiende als gids, twintig keer meer.
Terwijl we ons hijgend een weg naar boven baanden tussen rondscharrelende varkens en kippen, gaf hij ons een lesje politiek. 'Veel is gratis in dit land: onderwijs, gezondheidszorg en cultuur en we krijgen bonnen voor brood, olie, rijst en eieren, indien voorradig. Maar in gewone winkels is verder haast niets te krijgen. Er is in Cuba een gebrek aan werkelijk alles. Het alternatief is de zwarte markt maar daar heb je CUC’s voor nodig.'
Alleen Cubanen die in de toeristenindustrie werken en CUC’s verdienen, of Cubanen die geld krijgen van familie uit het buitenland, kunnen zich luxeartikelen permitteren. Zoals speelgoed, elektronica en goed vlees en goede vis, legde Marco uit. Uit een boom plukte hij de grootste en mooiste, rijpe avocado’s die ik ooit had gezien en uit een andere boom verse mango’s; ze waren van niemand en tegelijkertijd van iedereen. Prima exportproducten, zou je zeggen. Maar Marco schudde zijn hoofd. ‘De landbouw ligt op zijn gat. Avocado’s, mango’s en bananen zijn alleen voor eigen consumptie of voor de lokale markt.'
Vroeger was suiker een van de belangrijkste bronnen van inkomsten voor het land. Maar ook die productie is ingestort en de fabrieken kunnen naar de schroothoop. Nu zijn hoog opgeleide Cubanen het belangrijkste exportproduct. 'Dilma Roussef, de president van Brazilië, heeft de komende jaren 5000 dokters nodig. Cuba gaat extra mensen opleiden, in ruil voor geld. Maar wat komt er daarna?’ Vroeg Marco zich hardop af.
Het socialistische model van de broers Castro werkt al jaren niet meer en wil Cuba overleven, dan zijn er dringend buitenlandse investeringen nodig. Dat zien zelfs de meeste verstokte communisten op het eiland wel in. ‘Maar de omslag moet niet te snel gaan want dan loopt het helemaal uit de hand,’ besloot Marco. ‘In tegenstelling tot onze buurlanden is het in Cuba nog altijd heel veilig en vreedzaam; het land is gelukkig geen narcostaat waar de misdaad regeert. En dat willen we graag zo houden.’